Beschrijf in het kort je parcours bij STAP
Ik startte mijn avontuur bij STAP als kleuter en speelde al snel de eerste noten op een klein viooltje. Juffrouw Gwen zorgde ervoor dat ik een enorm stevige basis had waar ik later op verder kon bouwen. Ze zocht stukken die een uitdaging vormden en we gingen deze vervolgens samen aan. Een aantal jaar later werd Annemie Spanjers mijn vioolleerkracht. Haar opgewekte karakter, gedrevenheid en vertrouwen zorgen voor toffe lessen. Door ook te luisteren naar mijn mening werkten we samen aan verschillende technieken. Al snel mocht ik aansluiten bij het kinderorkest, waar ik voor het eerst betoverd werd door de magie van samenspelen met anderen. De notenleerlessen waren ook volledig mijn ding. Martine Decancq en Marian Deboutte lieten me kennismaken met het eerder theoretische deel van muziek en met aanstekelijke liedjes in de samenzang. In het vijfde leerjaar begon ik ook met dictie. In de kelder van STAP leerde Shirley Sintobin me spelenderwijs hoe je klanken correct moet uitspreken, hoe je een tekst mooi kan voorlezen en hoe je goed op een podium staat. In het zesde leerjaar mocht ik me aansluiten bij het ‘grote orkest’ van de STAP onder leiding van Dirk Lievens. Door te mogen spelen met anderen, die veel meer ervaring hebben, word je echt meegetrokken. Het orkest werd niet enkel een werkplek, maar ook een plaats waar ik samen met mijn vrienden muziek kon maken. We hebben met deze groep hele mooie dingen bereikt. In het eerste middelbaar splitste dictie zich op in voordracht en toneel. Voor de lessen voordracht belandde ik in een heel fijne groep en mocht ik verder leren van Shirley. Op het podium brachten we teksten of vertelden we hilarische verhalen. Ik ging elke week met veel plezier naar de lessen en kwam met een nog grotere glimlacht buiten. Carine Cobbe slaagde erin om me tijdens de lessen toneel telkens opnieuw uit mijn comfortzone te halen. Plezier hebben bij toneelspelen stond bij haar centraal. Ook Jeroen Spillebeen trok mijn groep mee met zijn enthousiasme over toneel. Emoties mooi laten ontstaan, inspelen op wat je tegenspeler doet en vooral je volledig laten gaan op scène zijn de dingen die me bijbleven. In de lessen AMC nam Hilde Dumoulin ons mee doorheen de geschiedenis van muziek. Vooral de workshop en de concerten die we mochten bijwonen vond ik heel tof. Ik heb me ook bij een klein ensemble mogen toevoegen. Hilde Rosseel en Jan Wauters konden door de kleine groepen heel precies te werk gaan met stukken. We konden streven naar perfectie, heel gedisciplineerd te werk gaan en zo ons instrument veel beter leren kennen. In het derde middelbaar koos ik ervoor om spel -en verteltheater te volgen. Voor speltheater kreeg ik les van Gino Debeyne. Hij leerde me met teksten werken, de ruimte gebruiken, een personage creëren en vooral dat het op een toneelvloer niet gek en groot genoeg kan. In verteltheater bracht Siska Viaene me bij hoe je poëzieteksten, gedichten en verhalen op een heldere manier voor een publiek kan brengen. Ze stond altijd open voor onze eigen inbreng waardoor we echt ons eigen ding van een tekst konden maken. Hoewel de lessen dramalab verplicht zijn, ging ik er altijd met plezier naartoe. Zowel Karolien Verscheure als Gino Debeyne wisten, elk op hun manier, de lessen heel leuk en interessant te maken. Mijn avontuur in STAP is binnenkort misschien afgerond, maar ik ben heel dankbaar en zeker dat ik al deze ervaringen voor de rest van mijn leven met me meedraag.